26 april 2011: Tsjernobyl-herdenking bij kerncentrale
|
Zoeken: Installatie in buitenland, 1970-1979, overal
Uitkomsten
- Installatie in buitenland:
- een actie in Nederland tegen een kerncentrale of iets anders vlak over de grens
- 1970-1979:
- de jaren tussen 1970 en 1979
- overal:
- op meerdere (niet duidelijke) locaties
Kalkar-heffing
In 1973 wordt het wetsontwerp 'financiering ontwikkeling snelle kweekreaktor' door min. Langman (EZ) ingediend. In maart en april wordt het behandeld in de kamer en wordt het wetsontwerp aangenomen met de stemmen van PvdA, PPR, CPN, D'66, PSP en de Boerenpartij tegen. Deze wet regelt hoe Nederland haar bijdrage aan de kweekreactor in Kalkar zal betalen: met een extra heffing van 3% op ieders elektriciteitsrekening.
Deze heffing die per 1 juli 1973 in gaat is een belangrijke accelerator in het verzet tegen kernenergie in Nederland. Al snel weigeren mensen die bijdrage te betalen en er ontstaan veel plaatselijke groepen die protesteren en verzet organiseren tegen Kalkar en de heffing. In totaal zullen duizenden mensen (en organisaties, politieke partijen en zelfs tientallen gemeenteraden) weigeren die 'kalkar-heffing' te betalen; vele individuen worden door de elektriciteitsmaatschappijen afgesloten.
De regering moet al snel bakzeil halen; al in 1974 schrijft Lubbers (minister EZ in kabinet Den Uyl) in de Energienota dat, hoewel de beslissing pas kort geleden is genomen "er nu reeds aanleiding (is) dit project en de toekomst daarvan opnieuw op zijn verdiensten te bezien". Hij kondigt aan dat de heffing per 1 januari 1977 beëindigd wordt, hoewel als einddatum 1-1-1980 wordt genoemd in de wet van 1973. Lubbers stelt ook een fonds in waar weigeraars hun geld op kunnen storten en haalt hiermee voor een deel de angel uit de strijd. Maar de kiem van een brede anti-kernenergie beweging is dan al gelegd.
In 1972, toen Nederland besloot mee te doen was het de planning dat de bouw in 1973 begon en de kweekreactor in 1978 geopend zou worden. De kosten zouden (incl. inflatie) fl. 1,5 miljard zijn. Nederland zou daarvan 212 miljoen betalen. De bouw begon op 24 april 1973 en was in 1985 voltooid. Het was wachten op de laatste vergunningen. Maar Kalkar werd, na een beslissing in 1990 van de Duitse regering om de reactor niet in gebruik te nemen, verkocht en is nu een (slecht lopend) pretpark. De totale bouwkosten worden geschat op ruim 10 miljard gulden (4, 5 miljard euro).
'Bloed gezien?'
De KRO zendt de gedramatiseerde documentaire 'Bloed' uit. Het is een verfilming van het gelijknamige boek van Roel van Duyn. De film gaat over Kalkar maar de kweekreactor wordt niet door natrium gekoeld maar door bloed. Iedere burger is verplicht bloed te geven. Een aantal wetenschappers van de RCN (later ECN) werkt mee aan de documentaire en krijgen als 'dank' een boze brief van de directie daar over.
Op maandagmorgen 26 januari, de morgen na de uitzending wordt de ‘landelijke treinenaktie’ gehouden, waarbij op de 12 grootste treinstations door de stroomgroepen Stop Kalkar in totaal 11 duizend stencils ('Bloed' gezien?) worden uitgedeeld over Kalkar en de acties van de Stroomgroepen.
Jaar tegen kernenergie
De Landelijk Stroomgroep Stop Kalkar roept 1975 uit tot het Jaar Tegen Kernenergie. In dat jaar moeten zoveel mogelijk maatschappelijke organisaties overgehaald worden om gezamenlijk acties te ondernemen. Vooral de bouw van Kalkar, uraniumaankopen en de officiële voorlichting rond kernenergievraagstukken moeten dat jaar op extra aandacht rekenen. Dit uit zich in het opzetten van tientallen plaatselijke groepen, het geven van talloze informatieavonden, het schrijven van boeken, brochures en ingezonden artikelen, en het organiseren van symposia (hieronder affiches over drie ervan) etc. Al deze dingen zorgt voor een aanloop naar de beweging en het enorm winnen aan invloed. Vreemd genoeg vinden er dat jaar geen (door ons traceerbare) acties plaats.
Bijlagen: