26 april 2015: Herdenking 29 jaar Tsjernobyl bij Urenco
|
Zoeken: demonstratie, anders, nl., 1960-1969, Noord-Holland
Uitkomsten
- demonstratie:
- Het lopen van een (van te voren astgestelde) route
- 1960-1969:
- de jaren tussen 1960 en 1969
Uraniumverrijking en Kistemaker onder vuur
Op dinsdag de 18de oktober komt dagblad De Waarheid (het orgaan van de Communistische Partij Nederland) met onthullingen over het ‘A-bom-onderzoek’ in Amsterdam en het oorlogsverleden van prof. Kistemaker. Kistemaker leidt het ultra-centrifuge project in de gebouwen van de FOM (Fundamenteel Onderzoek der Materie) aan de Kruislaan in Amsterdam-Oost. Het ultra-centrifuge onderzoek naar verrijking van uranium zal (later) uitmonden in Urenco, een samenwerkingsverband tussen Groot-Brittannië, (West-) Duitsland en Nederland.
Kistemaker wordt in De Waarheid beticht tijdens de oorlog voor het duitse Cellastic te hebben gewerkt en nog steeds samen te werken met duitse (oud) nazi’s aan onderzoek (ontwikkeld in WOII) dat de grondstof (uranium-235) produceert voor de atoombom, ‘gewenst door de duitse revanchisten’
De dagen daarna zijn er in De Waarheid steeds ‘nieuwe’ onthullingen over de ‘duitse revanchisten die in Amsterdam aan hun atoombom werken’. Op het huis van Kistemaker en in de buurt van het laboratorium worden leuzen geschilderd en in de buurt folders uitgedeeld.
Op deze zaterdag de 22ste oktober begint op een tweetal pleinen in Amsterdam–Oost een eerste betoging naar het Nikhef (FOM) aan de Kruislaan. Honderden mensen nemen er aan deel. De politie grijpt in en neemt spandoeken en borden in beslag, maar ‘de vastberaden demonstranten wijken niet’, aldus De Waarheid.
Kistemaker en de Duitse A-bom
Na een week van nieuwe 'onthullingen' en koude oorlog retoriek in De Waarheid vindt er opnieuw een demonstratie van honderden mensen plaats naar het laboratorium aan de Kruislaan dat echter met prikkeldraad hermetisch afgesloten is.
Enkele dagen later geeft de CPN een brochure uit over het oorlogsverleden van Kistemaker en het onderzoek: "Kistemaker en de Duitse A-bom". De affaire en publicaties worden door de rest van de media vrijwel volledig doodgezwegen en afgedaan als 'communistische propaganda' in de hoogtijdagen van de Koude Oorlog. Pas later, in 1971, als het boek van Wim Klinkenberg verschijnt (De ultracentrifuge 1937-1970. Hitlers bom voor Strauss?), hoort het niet-communistische deel van Nederland over het (om het netjes te zeggen) onduidelijke oorlogsverleden van 'de vader van de Nederlandse kernenergie'.
Voor een Atoomvrij Nederland
In Amsterdam demonstreren duizenden onder het motto: "Voor een Atoomvrij Nederland - Geen hulp aan Duitse Revanchisten." Het is het slot van de CPN campagne rond Prof. Kistemaker die bij FOM onderzoek doet naar het verrijken van uranium in samenwerking met (of in opdracht van?) Duitse bedrijven. Al een maand lang wordt Kistemaker fel op z'n huid gezeten door de CPN en enkele dagen daarvoor had hij gepoogd het fototoestel afhandig te maken van een fotograaf van het communistische dagblad De Waarheid.
Hoewel de CPN deze acties niet als verzet tegen kernenergie ziet, zijn ze dat natuurlijk wel en tonen goed de verbinding aan tussen het militaire en het civiele gebruik van kernenergie. Het vreemde is dat de CPN zich pas eind jaren zeventig principieel tegen kernenergie uitspreekt. Deze acties (en ook die tegen de kweekreactor Kalkar jaren later waarin de CPN ook erg actief was) zijn vooral gericht tegen het mogelijk worden van de Duitse atoombom, omdat Duitsland door verrijking en kweekreactoren de beschikking krijgt over de grondstoffen voor kernwapens.