26 april 1989: Muur tegen Dodewaard
|
Zoeken: afval, Moerdijk, 1985
Uitkomsten
- 1980-1989:
- de jaren in dit decennium
'Afval tegen afval' in Den Bosch
"Afval tegen Afval". Onder dit motto storten mensen uit de Basisgroepen tegen Kerngeweld en Militarisme een vrachtwagen vol afval op het plein voor het provinciehuis in Den Bosch. Over dit afval wordt een spandoek gelegd, met daarop de tekst: 'Brabant hup, in de atoomklup'. Ook worden er pamfletten uitgedeeld. Dit alles omdat Noord-Brabant opgezadeld dreigt te worden met het radioactief afval én met nieuwe kerncentrales op het industrieterrein Moerdijk, door een actieve lobby van onder andere de Commissaris van de Koningin Van Agt
'Radioactief afval' voor lobbyisten
"Bijgaand treft u een kleine hoeveelheid licht-radioactief afval aan. Wat u er mee moet doen, weten wij ook niet. Het is eigenlijk hetzelfde als radioactief afval. Wat we daarmee aan moeten, weet ook niemand". Van Agt, Van Rooij (directeur PNEM) en De Jong (voorzitter Industrie- en Havenschap Moerdijk), krijgen deze brief en een pakje thuis bezorgt. Het is afkomstig van de 'Griesmeelfabrikanten tegen Kernenergie', omdat "we de naam van ons gezonde produkt bedoezeld achten". Alle drie geadresseerden zijn actieve lobbyisten voor de bouw van kerncentrales op de Moerdijk.
Terreinbezetting Moerdijk
De eerste meerdaagse anti-kernenergie actie na Dodewaard-II in september 1981. Het lijkt steeds duidelijker dat het industrieterrein in Moerdijk de plaats wordt waar minstens één kerncentrale gaat verrijzen, plus de centrale interim-opslag van het radioactief afval (de COVRA). Daarom een bezetting van (een deel van) het industrieterrein. De actie is ook bedoeld om de Brabantse anti-kernenergiegroepen een hart onder de riem te steken en te stimuleren. Tevens wordt het aangekondigd als een voorschot op de terreinbezettingen die zullen volgen als met de bouw begonnen wordt.
De actie begint op zaterdag met een demonstratie vanaf het NS-station Lage Zwaluwe, waaraan zo'n 500 mensen deelnemen. 's Avonds zijn er 700 mensen op het kamp, meer dan waar van tevoren op gerekend is. Ook de plaatselijke groepen zijn redelijk vertegenwoordigd, al werd in de voorbereiding de weerstand duidelijk tegen de basisgroepen getuige de opmerking van de antikernenergie groep Moerdijk, die liet weten dat "als de basisgroepen komen, de luiken voor de ramen gaan".
Iedereen die het kamp op en af gaat word door de politie uitgebreid gefotografeerd, elk nummerbord wordt genoteerd en de aanwezige filmploeg van de politie doet haar uiterste best om iedereen op het celluloid te vereeuwigen. Zondagmorgen is er een 'versieractie' van de Moerdijkbrug. Even wordt geprobeerd de zesbaansweg te blokkeren, maar de overmacht aan politie verhindert dat. 's Middags wordt de weg door een langzaam rijdende stoet busjes en auto's versperd waardoor een enorme file ontstaat. Gepland is een picknick in de tuin van de minister van Economische Zaken Van Aardenne in Dordrecht. Van Aardenne die, zo blijkt uit de door 'De Wraak van Jhr. Mr. De Brauw' gestolen documenten, op zeer slinkse wijze de kerncentrales door wil drukken. Het eilandje waar hij op woont is echter hermetisch afgesloten; zelfs het veer dat daar aankomt is uit de vaart gehaald, een ophaalbrug staat omhoog en de enige andere weg is door politie afgesloten. De ME (250) is op korte afstand aanwezig. Door de afspraak dat een confrontatie vermeden moet worden, wordt er door de ruim 500 mensen vóór de politie afzetting gepicknickt. Bij gebrek aan Van Aardenne zelf, wordt een petitie aan een willekeurige agent overhandigd.
's Maandags is er een 'doodval-actie' om 12 uur (als de BB-sirenes gaan), bij het kantoor van het Industrie- en Havenschap Moerdijk. Meegebrachte poppen van stro worden in brand gestoken, wat prachtige foto's oplevert.
Iedereen is zeer tevreden over het verloop en de opkomst van het actieweekend en de publiciteit is ook goed, behalve een zeer tendentieus artikel in De Volkskrant. De overheersende mening is toch dat de antikernenergie-beweging met deze actie een stuk goodwill heeft gekweekt en dat de vooroordelen tegen de basisgroepen zijn verdwenen.